Blog van anna myrte KORTEWEG
Dat doe je niet elke dag, een 'in memoriam' schrijven over je moeder… Een spiritueel tijdschrift had me gevraagd om een stukje over haar te schrijven. Ze zou de eerste vrouwelijke geestelijk leraar zijn die in deze rubriek voorbij zou komen, vertelde de hoofdredacteur: het waren toch meestal mannen
Vanaf dat ik wist dat mijn moeder alzheimer had was ik afscheid aan het nemen, me ervan bewust dat ik haar aan het verliezen was. Een afscheid uitgesmeerd over jaren. Maar was er ook één moment dat ik definitief afscheid nam?
De scherpte die bij haar karakter hoorde werd door de ziekte uitvergroot. Ze was altijd al recht voor zijn raap. Een liefhebber van de waarheid. Mijn favoriete, meest typerende uitspraak van haar van de afgelopen jaren was dan ook ‘de werkelijkheid van de werkelijkheid’. Ze kon er niet tegen als mensen om dingen heen draaiden of een masker opzetten en een rol speelden
‘Ik ben bang’, zegt mijn moeder als we over straat wandelen. ‘Oh echt, wat is er aan de hand?’, vraag ik om haar gerust te stellen, terwijl ik natuurlijk allang weet waar dit over gaat. ‘Ja, stel je voor dat ik hem niet meer vind. Of dat hij weg is.’
‘Heel erg leuk’, zegt mijn moeder enthousiast tegen de serveerster. Aarzelend en een beetje geschokt kijkt ze mijn moeder aan. Wat moet ze hier nou op zeggen?
Om de paar minuten vraagt mijn moeder waar Hans is. ‘Hij is in zijn werkkamer aan het schrijven’, antwoord ik. ‘Hij komt zo weer.’ ‘Ja, dat zeggen ze allemaal’, reageert ze geagiteerd.
Dat is waar. Zomaar wat zeggen omdat het moet, zo is mijn moeder niet.
Na lange tijd is mijn moeder eindelijk weer aan het tekenen. Ze tekende elke dag de meest prachtige mandala’s en bizarre poppetjes, maar ineens was ze ermee gestopt
Als ik het station uit kom zie ik ze al van verre aan komen lopen, onmiskenbaar mijn ouders: Mijn moeder schuifelend aan de arm van mijn vader, haar steun en toeverlaat. Als altijd zijn ze hartstochtelijk aan het communiceren.
‘Er hangt iets bijzonders in de lucht’, zei ze. ‘Alsof er iets is opengeklapt wat steeds dicht is geweest. Iedereen is ineens aan het praten. Omdat het nu eenmaal zo is met die kleine rotbeestjes (oftewel corona). Mensen zitten niet meer aan elkaar en praten meer.’
Hij werd verwelkomd als iemand die iets kwam halen, maar hij kwam iets brengen! Zo gaan we dus om met wat ‘vreemd’ is. Zo gaan we dus om met wat weerloos is. Het westerse gevoel van superioriteit is zo sterk dat we zijn vergeten wat werkelijk van waarde is.
Het was zo vanzelfsprekend dat het zelfs niet werd benoemd. In de berichtgeving van school, vanuit de overheid, vanuit de thuisfronten zelf: het uitgangspunt was dat we dit er wel even bij doen. Net zoals altijd dus eigenlijk…
Als je afstand houdt dan kies je voor angst, en als je lekker je eigen gang gaat en daarmee anderen in gevaar brengt (en dus voor angst zorgt) dan kies je voor liefde???
Laten mensen nu hun ware gezicht zien en waren ze altijd stiekem al samenzweringsdenkers, of zijn ze het geworden in deze turbulente tijd? In elk geval lijkt het uur van de waarheid te zijn aangebroken en wordt zichtbaar hoe mensen in onzekere tijden reageren.
Ineens is er een leven voor corona en een leven na corona. Onze wereld zal nooit meer hetzelfde zijn als vroeger. En ondertussen is iedereen nog steeds dezelfde, ben ik nog steeds dezelfde, zijn we misschien wel meer onszelf dan ooit.
Mijn moeder zei steeds (als we weer voor de zoveelste keer hadden uitgelegd wat corona is): ‘Wat gaat het toch allemaal snel ineens.’ En: ‘Ja, dan gaat het alleen nog maar om wat er echt toe doet.’
Een wereld gebouwd op het laten draaien en groeien van de economie is instabiel. Hoe reageren we als de luchtbel barst? Met paniek of met een call for peace?
‘Nee, dat geloof ik niet hoor, dat ik doodga’. Ze ontkent vaak dat ze ziek is en vindt het vervelend als we erover praten. ‘Maar ik ben er wel mee bezig’, zei ik tegen mijn moeder, ‘ik ben voortdurend afscheid van je aan het nemen.’ ‘Ik ook’, vulde mijn vader aan.
Een goede vriend vertelde dat hij heel lang boos was geweest op een collega die hem had bedrogen. ‘Je wás niet boos, je bent nog steeds boos’, liet mijn moeder hem weten.
Waarom moet het einde van het leven (de ouderdom met de ziektes die daarbij kunnen ontstaan) worden uitgebannen en uitsluitend als een verschrikkelijk noodlot worden gezien? Mijn ouders vergelijken hun leven niet met het leven wat ze anders zouden kunnen hebben, nee ze zijn mét het leven dat ze hebben.
Het voelt gek om geld te krijgen om te zorgen voor iemand van wie ik houd. Maar het schept veel ruimte. Want nu kan ik tijd vrijmaken om mijn moeder vaker te zien en kan ik mijn vader eindelijk op structurele basis helpen.
Ik werd zomaar meegenomen in de meest passende manier om juist deze dag te beginnen. Nooit ben ik tijdens zonsopgang de hoogste waarheid aan het eren, oftewel aan het bidden. Vandaag wel.
Naarmate het verhaal van de directeur vorderde, kreeg ik het steeds benauwder. Er was op zich niets op aan te merken, ze zoomde in op het probleem van dementie voor de Nederlandse samenleving. Maar het leek net alsof het niet om echte mensen ging, maar om een situatie die ver van haar af stond.
We moeten twintig minuten op de dokter wachten en op de terugweg heb ik weer haast, nu vanwege de parkeermeter. Maar in plaats van door te lopen gaat Eva op zoek naar haar lieveheersbeestje. ‘Slow down’, denk ik en ik zoek met haar mee.
Op de momenten dat ik overweldigd word door de lelijkheid die we met elkaar hebben gecreëerd, schaam ik me om mens te zijn, en voel ik me schuldig dat ik bijdraag aan de vernietiging van de aarde doordat ik mens ben.
Het is zo tegenstrijdig. Het ego blijft maar de wortel voorhouden van verlichting in de toekomst. Van een ideale werkelijkheid zonder stress of moeilijkheden. Terwijl verlichting juist all-inclusive in het nu is.
Mijn kinderen leggen tekeningen in de kist. Er staan eenhoorns en paarden op en ‘gecondoleert’ en een regenboog. Ze vinden het eng en ze zijn ook nieuwsgierig. ‘Zou hij nog op kunnen staan?’ vraagt Jana. ‘Mag ik hem aanraken?’, vraagt Eva. Jana en Eva zijn allebei verbaasd dat hij nog een lichaam heeft.
Ik knielde neer, pakte zijn hand en bad voor hem. Ik werd overspoeld door zoveel gevoelens, berouw, mededogen, verdriet, vrede en vooral, dat ene gevoel dat alle andere gevoelens overstijgt en in zich opneemt: liefde.
Een vrouwencirkel in een kleine groep in de vorm van een cacaoceremonie, met open sharing, meditatie, journaling... Vanuit benieuwdheid en lichtheid weer de verbinding maken met je zachte, prachtige, stralende kern, die er altijd is, wat er ook gebeurt.