'Ga voor de liefde' (terug naar Afrika, deel 5)

Het was erg ingewikkeld om Moussa in Nederland uit te nodigen. Op de stijve Nederlandse ambassade in Dakar werkten ze niet bepaald mee om de romantische geschiedenis van deze Afrikaanse en Nederlandse hippies te laten slagen. Het lukte maar niet om een visum te krijgen. Zo moest ik na een half jaar Senegal in juni 1998 alleen terug naar Nederland zonder dat ik wist wanneer ik Moussa weer zou zien. In Amsterdam ging ik op onderzoek uit. Wat was er nodig om ervoor te zorgen dat Moussa niet alleen met een visum naar Nederland zou kunnen komen, maar ook zou kunnen blijven? Mijn ouders zouden garant moeten staan: check. We zouden voor de wet moeten trouwen: check - dat wilden we ook heel graag. En we zouden samen een kind moeten hebben: check - nu had ik een hele goede reden om mijn diepste wens in vervulling te laten gaan. Stralend liep ik het buurthuis in de Amsterdamse Oosterparkbuurt uit waar ik met de pro deo advocaat van Rechtshulp had gesproken. 

Het was moeilijk om de zomer door te komen, zonder te weten wanneer ik Moussa weer zou zien. Op een gegeven moment sprak ik een van mijn tantes (Elly, de oudste zus van mijn moeder) aan de telefoon. Op haar twintigste verhuisde ze naar Ibiza en ze weet heel goed wat fysieke afstand tot je dierbaren met je kan doen. 'Heb je geld voor een vliegticket?', vroeg ze. Dat had ik nog net, maar niet veel meer dan dat. 'Waar wacht je dan op, ga voor de liefde', was haar antwoord. Dat was precies het zetje wat ik nodig had. Twee maanden na ons afscheid bracht ik een verrassingsbezoek van drie weken aan Senegal. Moussa's vrienden hadden meegeholpen om Moussa onder valse voorwendselen naar het vliegveld te lokken om zogenaamd een studiegenoot van mij op te halen. In plaats daarvan kwam ik door de douane. Een hele mooie positieve shock, wat waren we blij... Ik wilde heel graag zwanger worden, maar het moment in mijn cyclus was daarvoor niet bepaald gunstig. Maar... de natuur maakte een uitzondering. Met een heel klein Chadimpje in mijn buik keerde ik terug naar Nederland. Yeah, we zouden een gezinnetje gaan stichten. 

Inmiddels had de ambassade toch een visum afgegeven voor een toeristisch bezoek aan Nederland van drie maanden. Op een koude grauwe oktoberdag reden mijn ouders en ik naar Schiphol om Moussa op te halen. Maar Moussa was nergens te bekennen. We checkten de vluchten en wat bleek: In plaats van de aankomsttijd in Amsterdam had hij de vertrektijd in Brussel - het vliegveld waar hij moest overstappen - doorgegeven. We wachtten een tijdje (Brussel - Amsterdam duurt niet lang per vliegtuig), maar nog steeds geen Moussa. We informeerden aan balies en voerden verschillende telefoongesprekken met het Brusselse vliegveld. Zo kwamen we erachter dat de douane Moussa had opgepakt omdat ze zijn visum niet vertrouwden.   

Mijn moeder had mij in Senegal bezocht tijdens mijn afstudeeronderzoek. Ze vond het er geweldig en zou het land de jaren erop nog erg vaak bezoeken. Moussa had ze direct in haar hart gesloten. Door alle verhalen hield mijn vader ook van Moussa, ook al had hij hem nog nooit ontmoet. Toen bleek dat Moussa ten onrechte was vastgezet door de vreemdelingenpolitie werd de leeuw in mijn vader wakker. Snel en gedecideerd deed hij precies wat er nodig was. Eerst reden we terug naar hun huis in Cothen, in de buurt van Utrecht. Daar trok mijn vader zijn beste pak aan. We verzamelden alle papieren die voor de aanvraag voorbij waren gekomen. Snel stapten we in de auto en een paar uur later kwamen we op het vliegveld in Brussel aan. Na een aantal gedecideerde gesprekken met autoriteiten kregen we toegang tot de ruimte waar opgesloten verdachte vreemdelingen verbleven.

Het moment dat ik Moussa voor het eerst in Europa zag, staat voor altijd in mijn geheugen gegrift. Een grote cel met een glazen muur waardoorheen ik allemaal wachtende buitenlandse mensen zag. Ik herkende Moussa ertussen. Hij zag er prachtig én zeer opvallend uit, helemaal in traditionele baye fall stijl met een patchwork boubou in vele kleuren, een brede riem om zijn middel en om zijn nek zijn grote dikke leren ketting met de foto van de marabout (de ketting is zo dik omdat hij gevuld is met op papier geschreven gebeden). Al schrijvend appte ik er net met mijn vader over, hij schreef: '... het gewaad dat Moussa droeg, zo ontroerend, zo onschuldig en ritueel en zo bot vernederend behandeld.' 

Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan.  Wat stom, ik had Moussa natuurlijk moeten waarschuwen om vooral niet te veel op te vallen. Maar tegelijkertijd vond ik dat ook gestoord. Dit was wie hij was en het liet ook zien wat hij ons kwam brengen, en dat zou hij moeten verbergen om problemen te voorkomen? Zodra Moussa ons door het glas heen zag sprong hij op. Hij zag eruit als een vis in een aquarium, een dier in een kooi. Het was zo'n naar vernederend gezicht, niet in lijn met de respectabele persoon die hij was. Hoe durfden ze hem op te sluiten?! De opluchting was groot toen we samen naar buiten liepen. En terugkijkend was de toon met deze ontvangst ook meteen gezet. Leven in Europa was moeilijk voor Moussa. 

Van die eerste dagen herinner ik me het onbehagen van Moussa bij ons geautomatiseerde leven. Dingen die voor mij vanzelfsprekend waren, brachten hem van zijn stuk. Terwijl we snel naar de parkeerplaats liepen keek hij verbaasd opzij naar gokkasten in de hal van het Brusselse vliegveld. De auto was extreem luxe, vergeleken met de auto's in Senegal. De snelweg, de kleding die mensen droegen, alles was afgebakend en verzorgd en straalde zowel afgeslotenheid als welvaart uit. Ook het huis hielp niet mee. Mijn ouders hadden geen standaard woonkamer, maar een megagrote verbouwde koeienstal in een verbouwde boerderij. Hij verdween in deze ruimte die even groot was als de woonruimtes van zijn drie zussen bij elkaar. Doordat hij alles voor het eerst zag, drong tot me door in wat voor comfort we leven. Hij had nog nooit een broodrooster gezien en ik moest hem uitleggen hoe de stofzuiger werkte. De dag na zijn aankomst gingen we naar Utrecht om hem de stad te laten zien. Een grote vergissing, het was veel te veel. Het drong te laat tot me door dat hij nog nooit voet op een roltrap had gezet. Bijna struikelde hij toen we in de Bijenkorf de roltrap naar beneden namen om daar bij de Indonesiër te lunchen.

Moussa was ontheemd. Maar ik ook. Dat was juist de reden dat ik naar Senegal ging en een heel nieuw leven begon. Ik was op zoek naar een thuis in een wereld waarin ik me ontworteld voelde. Het was erg moeilijk om samen onze weg te vinden. Als student was ik arm. Het was nog onzeker of Moussa alle papieren zou krijgen. Moussa begreep veel dingen nog niet en ik had niet altijd het geduld om alles uit te leggen. Ik had juist behoefte aan een gelijkwaardig maatje dat me hielp. In zekere zin waren we allebei verdwaald en als dolers aan elkaar overgeleverd. Gelukkig was er de diepe zielenliefde die ons samen droeg en - daarbij horend - onze blijdschap om samen een kindje te krijgen. Liefde overwint alles, dacht ik..... 

Volgende week meer, InchAllah. 

 

38134342_1856373174441954_7801006673761402880_n.jpg