Het moment dat je leven verandert (terug naar Afrika, deel 11)

Elke familie heeft zo zijn eigen tradities. Zo deden wij, mijn zussen, mijn ouders en ik, op oudejaarsavond thuis vroeger hints. Ik herinner me nog dat mijn vader de film the Goonies uitbeeldde door een niezende koe na te doen en aan zijn oorlel te trekken (klinkt als: koe niest). Mijn drie zussen, mijn moeder en ik lagen dubbel van het lachen terwijl hij totaal gefrustreerd op handen en knieën zittend hatsjoe riep. Een mooie herinnering.

Een andere traditie was om elkaar aan het einde van oudejaarsavond te vertellen wat het leukste en het stomste was van het afgelopen jaar. Dan moest ik diep nadenken en kwam het hele jaar nog eens voorbij. Meestal waren de ervaringen die eruit sprongen verbonden met één moment, een heel klein gelukzalig of juist heel verdrietig moment waarop alles anders wordt, en dat je voor altijd zult onthouden. Vaak waren die momenten gerelateerd aan grote levensgebeurtenissen, zoals geboorte of de dood van een dierbare.

Ik herinner me de keer dat ik terugkwam van een kinderkamp en mijn ouders me vertelden dat mijn hamster dood was. Ik had in de weken voor het kamp twee zieke babyduifjes verzorgd op mijn kamer, en die hadden mijn hamster waarschijnlijk aangestoken met een of andere ziekte. We hadden op de terugweg uit Friesland net patat gehaald toen mijn ouders mij vertelden dat Mickey dood was. Ik kreeg geen hap meer door mijn keel, wat was ik verdrietig. Of, een leuke herinnering: het moment dat ik bij mijn tantes een paar weken op camping de Roos had gelogeerd en ik werd opgehaald door mijn ouders. ‘Ga maar even voorin de auto kijken’, zeiden mijn vader en moeder. Daar lag, heel klein opgerold, een puppy. Ik was zo verschrikkelijk blij dat we een hond kregen, zo blij dat ik het nu weer voel als ik het opschrijf. Van mijn tiende tot mijn 22e maakte onze schapendoes Borre deel uit van het gezin. Hij stierf drie dagen na de geboorte van mijn oudste zoon Chadim. Weer zo’n moment dat ik mij voor altijd herinner: het was moederdag, mijn eerste moederdag. Mijn moeder kwam samen met mijn oma op kraambezoek. Voor het eerst waren vier generaties samen, een bijzonder moment. Toen vertelde mijn moeder dat Borre die ochtend heel vredig was overleden. Ik had niet de gebruikelijke reactie op de dood, het deed me geen pijn. Ik voelde me door de geboorte zo verbonden met het leven zelf, met dat waar we vandaan komen en weer naartoe gaan, dat ik geen verdriet en alleen maar liefde ervoer voor dit wezen dat zo’n belangrijke rol had gespeeld in ons gezinsleven. Ik wist dat het goed was, no matter what.

Reflecterend op het afgelopen jaar, kwam steeds één avond terug, een avond vol momenten die ik nooit zal vergeten - momenten die lijnen zetten en het leven tekenen. 21 juni, ik lag vroeg in bed na een paar vermoeiende dagen en mijn man Egbert Jan kwam met de telefoon in zijn hand naar boven: ‘Ik heb de politie aan de telefoon, Moussa is overleden.’ Het moment dat een politieagent met zijn hand op zijn hart mij opwachtte bij de deur van Moussa’s etage in Amsterdam Bos en Lommer. Het moment dat ik Chadim omhelsde en troostte. Het moment dat ik Moussa in bed zag liggen, zijn lange dreadlocks als een kroon om zijn hoofd en nog een lange sliert naar beneden. Ik knielde neer, pakte zijn hand en bad voor hem. Ik werd overspoeld door zoveel gevoelens, berouw, mededogen, verdriet, vrede en vooral, dat ene gevoel dat alle andere gevoelens overstijgt en in zich opneemt: liefde. Het moment dat ik zijn oudste zus die ik al elf jaar niet had gesproken aan de telefoon moest vertellen dat haar broer dood was. Het moment dat het lichaam was opgehaald en we de begrafenisondernemer zagen buigen toen hij de laadklep van de zwarte bus had gesloten. Het moment dat we de begrafenisondernemer met gebogen hoofd voor de zwarte bus uit de straat uit zagen lopen. Eén avond, vele momenten, onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift.

Het naarste en het mooiste van het afgelopen jaar was gerelateerd aan de dood van mijn eerste man Moussa, de vader van Chadim, zo vertelde ik gisteren op ouderjaarsavond toen het tegen twaalven liep. Het naarste was zijn dood. En het mooiste was wat zijn dood bracht, het diepe besef dat hij in vrede was en de verzoening met mijn verleden. Terug naar Afrika, mezelf vergeven, me opnieuw verbinden met dierbaren die ik al in 1998 voor het eerst ontmoette. Zien dat Chadim daar helemaal welkom is bij zijn brothers. Geen wroeging en berouw meer voelen als ik aan Afrika dacht, maar er thuis zijn. Terug naar mama Afrika.

Gisteren was er nog zo’n moment van tegelijk afscheid en intense nabijheid. Ik denk dat mijn zoon Lotus (10) het moment niet meer vergeet dat hij op oudejaarsdag in de hospice afscheid nam van mijn oom Paul. Mijn oom heeft een hersentumor. Hij is stervende. ‘Hier is Lotus’ zei mijn tante. Mijn oom praat vrijwel niet meer. Hij gaf zijn hand en Lotus pakte hem. Zo stond Lotus met zijn pientere koppie naast het bed van mijn oom en keken ze elkaar aan - een heel alledaags en gewoon moment, al kletsend waren we naar de hospice gewandeld en we gingen ook heel gewoon de kamer van Paul in - en tegelijk een onuitwisbaar moment.

Één moment waarin je wordt herinnerd aan alles waar het om gaat, de keuze tussen angst of liefde, tussen weglopen of je toewenden, tussen je verstoppen of er zijn – alleen nu, op dit moment, kan ik die keuze maken.  

49135403_794678980895710_3279103841395539968_n.jpg
49196424_2334807836748188_9056304831311904768_n.jpg